Behandelmethoden

ETB-BISLIFE investeert in de ontwikkeling van type huidweefsel dat is afgestemd op bestaande en in ontwikkeling zijnde behandelmethoden. De behandelmethode en het type wond bepalen welk type huidweefsel (plain / meshed) het meest geschikt is.

  • Chronische wonden
  • Tweedegraads brandwonden (heetwaterverbrandingen)
  • Derdegraads brandwonden
    • Sandwich graft
    • Meek Methode

Chronische wonden

GPA donorhuid is erg nuttig in het voorbereiden van chronische wonden op de behandeling met autografts, bijvoorbeeld bij een open been (ulcus cruris). De donorhuid heeft een reinigend effect en bevordert de vorming van granulatieweefsel op het wondbed. Een belangrijk punt is de significante pijnreductie. Als de donorhuid vast begint te groeien aan het wondbed dan is het vitaal genoeg voor autografting.

Behandelmethode

Nadat het wondbed is gereinigd met bijvoorbeeld gaasverband doordrenkt met NaCl 0.9%, wordt de wond bedekt met donorhuid. Speciale fixatie is niet vereist; licht, absorberend verband is voldoende. Als dat vereist is, kan compressietherapie toegepast worden. De glycerol gepreserveerde donorhuid moet regelmatig vervangen worden; vanaf de start van de behandeling elke 24 – 48 uur. Na een aantal dagen kunnen de intervallen tussen verbandverwisselingen langer worden.

Tweedegraads brandwonden

De donorhuid wordt gebruikt als biologisch verband. De capillaire statis van het wondbed kan gedurende de eerste 48 uur na verbranding als gevolg hebben dat het wondbed uitdroogt. De brandwond wordt hierdoor dieper. Directe behandeling met donorhuid (binnen 6 uur na het ontstaan van de brandwond) kan dit voorkomen. Bij voorkeur moet de brandwond niet behandeld zijn met een zalf of balsem. Als dit wel het geval is, moet de wond eerst grondig gespoeld worden.

Snel na de behandeling met donorhuid wordt een significante pijnreductie ervaren. De donorhuid kleeft in eerste instantie aan de wond als een soepele wondkorst. Hieronder vindt over het algemeen snelle hoogwaardige re-epithelialisatie plaats. Daarna laat de uitgedroogde wondkorst los.

Derdegraads brandwonden

Na operatieve verwijdering van het afgestorven weefsel wordt de wond bedekt met een autograft. In het geval er niet veel gezonde huid van de patiënt zelf beschikbaar is voor transplantatie, wordt deze autograft gemeshed met een minimale ratio van 1:4. Het wondbed is dan blootgesteld en kwetsbaar. Infectie en uitdroging kunnen optreden. Dit is ook het geval bij een extensieve wond met huideilanden (Meek-Wall).

Sandwichgraft

De autograft wordt bedekt met donorhuid. Hierdoor worden de stukken van het wondbed die blootliggen bedekt. Donorhuid bevordert snelle uitgroei van de autograft. Bij deze behandeling moet de donorhuid altijd gemeshed worden. Dit bevordert vochtafvoer. Speciaal voor deze sandwichtechniek wordt donorhuid geleverd met een 1:1.5 mesh. In de meeste klinieken wordt 1:1.5 donorhuid gebruikt. Dit levert het gewenste resultaat op.

Echter een aantal klinieken heeft uitstekende resultaten behaald met 1:3 donorhuid. De reductie in antigeniciteit van de glycerol gepreserveerde donorhuid resulteert in een milde afstotingsreactie waardoor de uitgroei van de autograft niet wordt verstoord. Hier vormt de donorhuid een soepele wondkorst. Deze wondkorst blijft aan het wondbed kleven en dient als langdurige wondbedekking. In deze wondkorst splijt het oppervlak open, waardoor het onderliggende autograft-netwerk uit kan groeien (opkruipend substituut). Dit resulteert in een complete wondsluiting binnen 4 tot 5 weken.

Nadat de schoongemaakte wond is bedekt met de uitgerekte autograft, wordt de donorhuid aangebracht. Hierbij moeten geen gaten ontstaan. De donorhuid wordt gefixeerd met wondlijm en/of geniet. Het geheel wordt verbonden met nat gaas en verband. Wondinspectie kan de eerste 5 dagen plaatsvinden tot op het niveau van het fixatiemateriaal.

Meek methode

Bij deze methode worden de autografts in kleine eilanden geknipt (micrografts 3 x 3 mm). Dit resulteert in een expansie van 1:9. Deze eilanden worden vastgezet op voorgevouwen gaasverband met een plakmiddel. Wanneer het gaasverband wordt opengevouwen, bevinden de eilanden zich op regelmatige afstand van elkaar. Hiermee kunnen grote wonden bedekt worden met een klein aantal autografts. De opengevouwen gaasverbanden worden op de wondgebieden geplaatst en met elkaar verbonden. Na 4–5 dagen zijn de eilanden zodanig vergroeid in de wond dat het gaasverband verwijderd kan worden. De micrografts kunnen bedekt worden met de gemeshte donorhuid. Het resultaat is een snelle epithelisatie.

Voordelen Meek methode ten opzichte van meshing:

  1. Er kan een groter wondgebied bedekt worden (grotere expansie).
  2. De eilanden zijn onderling niet verbonden, zodat een lokale ontsteking zich niet kan verspreiden.
  3. De afstand tussen de eilanden is kleiner dan de open ruimte bij een 1:6 mesh. Dit versnelt de genezing.
  4. Alle kleine stukken autografts kunnen gebruikt worden. Bij de mesh-methode worden hele huidvellen gebruikt.


Het nadeel van deze methode is dat de donorhuid pas na enkele dagen gebruikt kan worden. Dit vereist een extra operatie. Uit de praktijk blijkt dat dit de wondgenezing niet afremt.